Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [1]Om [2]Sions wil zal ik [3]niet zwijgen, en om Jeruzalems wil zal ik [4]niet stil zijn; totdat [5]haar gerechtigheid [6]voortkome als een glans, en haar heil als een fakkel, die brandt. 1. Dat zijn de woorden van de profeet Jesaja, zo in zijn naam als in dien van andere profeten en dienaren Gods. 2. Dat is, der kerk, of van het volk Gods, straks Jeruzalem genoemd; een voorbeeld der kerk van het Nieuwe Testament; Hebr.12:22; Openb.14:1, en Openb.21:2. 3. Dat is, ik zal niet ophouden de troostelijke beloftenissen, die God mij geopenbaard heeft van zijne kerk te verkondigen; zie Ps.122:6, en 2 Tim.4:2. 4. Of, niet rusten. 5. Te weten van de stad Jeruzalem, dat is, van de kerk. De zin is, totdat Christus, die onze gerechtigheid en Heiland is, aan de wereld geopenbaard worde. 6. Of, opga. Hebreeuws, uitga; te weten gelijk de zon uit hare kamer gaat; zie Ps.10:6.